Een oud-collega zei ooit tegen me dat ik praatte zoals ik schreef: met een inleiding, een tussenstuk en een conclusie. Alleen jammer dat hij bij de conclusie al was afgehaakt.
Ik schrijf veel teksten met dit in mijn achterhoofd. Want het is altijd een uitdaging om compleet te zijn zonder langdradig te worden. Vaak is de eerste versie van mijn schrijfsels twee keer zo lang als het eindresultaat. Eerst schrijf ik alles op wat ik wil vertellen. Met voorbeelden, argumenten en verwijzingen. En daarna ga ik schrappen. Want vaak is al die toelichting overbodig. En kun je iets in twee zinnen zeggen in plaats van in twee alinea’s.
Dat schrappen en herschrijven vind ik het leukste deel van het proces. De uitdaging om een tekst steeds scherper en puntiger te maken. Om uiteindelijk tot een eindresultaat te komen waar genoeg en niet teveel in wordt verteld. Zodat de lezer niet afhaakt voor de conclusie.